Uitstrijkje

Een uitstrijkje wordt gemaakt om het ontstaan van baarmoederhalskanker vroegtijdig op te sporen. Elke vrouw tussen de dertig en zestig jaar ontvangt elke vijf jaar een uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken. Dit heet een bevolkingsonderzoek.

Voor dit onderzoek haalt de doktersassistente met een klein borsteltje wat slijm uit de baarmoedermond. Ze stuurt dit op naar het laboratorium. Onder de microscoop wordt het uitstrijkje beoordeeld op de aanwezigheid van afwijkende cellen, die mogelijk een voorloper zijn van baarmoederhalskanker. De uitslag van het onderzoek wordt naar de huisartsenpraktijk gestuurd.

Als baarmoederhalskanker vroeg wordt ontdekt, is de kans op genezing bijna 100%.